Ik wil haar niet zijn, maar ook niet 'niet zijn'

Lien Wildemeersch combineert graag verschillende kunsten in haar werk: theater, dans, muziek, performance, beweging. Ze studeerde naast wijsbegeerte en Germaanse talen ook aan het KASK in Gent. De voorstelling Jackie is geen biografie van Jacqueline du Pré, maar een zoektocht naar wat ons als mens verbindt en naar wat je kunt dragen in de soms gruwelijke onvoorspelbaarheid van het leven. Ze ging voor MAAK in gesprek met Kim Snauwaert – maker en programmamaker bij Festival Cement – en dat resulteerde in een liefdesode aan Jacqueline du Pré.


Pure artistieke liefde, dat is Jacqueline du Pré voor mij. De pracht van haar klanken is er een van ontroerende schoonheid. Die schoonheid stuurde ze de wereld in en ook als mens stond ze vol verbinding in het leven. Datzelfde leven heeft haar echter niet gespaard: een zware diagnose, nooit meer cello kunnen spelen, fysiek aftakelen en uiteindelijk sterven op 42-jarige leeftijd. In Jacqueline du Pré komen zowel de schoonheid als de heftigheid van het leven samen, alsook troost die een mens helpt om zich gedragen te voelen. In haar muziek, maar ook in haar als persoon, zie ik een puurheid die vertrekt van een buikgevoel. Dat heb ik met geen enkele andere muzikant, zo’n intense artistieke verbondenheid. Of in ieder geval niet van die orde. In 2009 al voelde ik dat ik artistiek aan de slag wilde met de figuur Jacqueline du Pré. Ik heb het gevoel dat zij mij is overkomen, veeleer dan dat ik haar heb gekozen als ‘idee’ voor een voorstelling. Jackie heeft me op zo’n manier doordrongen dat ze me veertien jaar lang is blijven inspireren.

In eerste instantie raakte ik geïntrigeerd door haar muziek. Er zijn echt fantastische cellisten, maar voor mij speelt niemand zoals Jackie. Ze was doordrongen van muziek. Het instrument deed er in principe niet toe. Zo speelde ze bijvoorbeeld vlotjes piano, en in een documentaire over haar zag ik een fragment waarbij zij en haar medemuzikanten van instrument wisselden. Jackie kon perfect op de viool spelen, terwijl er bij de anderen dan toch een valse noot te horen was. Ze geniet ook zichtbaar van het musiceren. Het was haar dan ook om de muziek zelf te doen. Net door die puurheid doorstaat haar muziek volgens mij de tand des tijds. Ze wordt letterlijk één met de muziek. Tijdloos.  

Jackie was een intuïtieve geniale muzikante; haar man was ook een genie, maar totaal anders: beredeneerd en analytisch. Jackie vertrok vanuit haar buikgevoel, ademde muziek en ontleende haar identiteit daaraan. Des te dramatischer is het dat die weggerukt werd door haar ziekte. Ze kreeg de diagnose MS toen ze 28 was. Stel dat zij de kans had gehad om door te gaan, hoe zou dat geweest zijn? Als celliste en als allround muzikante is zij zonder meer mijn grote muze. Jammer dat ik haar nooit live heb kunnen horen spelen of ontmoeten, ze is gestorven in 1987; ik was toen pas vier jaar.

Alles is vluchtig, het leven zelf verandert constant. Ieders leven is ook eindig. Kunst doet iets met die gedachte. Anders dan dieren, hebben mensen dat bewustzijn van eindigheid. Maar dat hoeft niet per se iets negatiefs te zijn, want doordat alles eindig is, heeft elk moment een intrinsieke waarde, is het onherhaalbaar. Theater is bij uitstek de plek waar het moment ‘gevierd’ wordt, samen met een publiek, daar op dat moment, onherhaalbaar ook. Johan Leysen, een Vlaams acteur,  zei ooit: ‘Het spelen, dat ultieme leven in het moment, is mijn manier om met het definitieve einde om te gaan.’ Het besef van eindigheid intensiveert het leven, kunst verheft het.

Veertien jaar geleden, toen ik net was afgestudeerd aan de toneelschool, voelde ik al dat ik een voorstelling wilde maken over Jacqueline du Pré. Eigenlijk klopt het voor mij dat ik er zo lang over heb gedaan. Ik heb de tijd gehad om me echt in haar leven en muziek te verdiepen, om zelf allerlei associaties en ideeën te vergaren en om te schrijven en te improviseren. Als speler kreeg ik door de jaren heen meer ervaring. Nu voel ik meer ruimte om met een makersblik te kijken dan toen ik net was afgestudeerd. Ter voorbereiding van de voorstelling heb ik heel veel mensen gesproken, ook vrienden en familie die dicht bij haar stonden. Ik ben naar Londen geweest, heb haar biografieën en documentaires meermaals gelezen en bekeken. In de afgelopen jaren heb ik mijn research en ideeën verzameld om tot de artistieke vertaling van vandaag te komen. Ik wist heel goed wat ik niet wilde maken: geen biografie. Ik wilde haar niet ‘zijn’ op toneel, maar ook niet ‘niet zijn’.

In de voorstelling wilde ik het bewust niet alleen hebben over de biografische Jacqueline du Pré. Eigenlijk gaat het over het leven zelf, met alle last en pracht die dat met zich meebrengt. Ziekte, vergankelijkheid, troost, verbinding, maar ook humor. Jackie heeft veel schoons toegevoegd aan de wereld. Jij en ik op dit moment, hoe kunnen we elkaar dragen? Daar gaat het over, over verbinding met de nodige humor om de tragiek van het leven aan te kunnen. 
Hoe ensceneer je ziekte op toneel? Hoe kan je de letterlijkheid overstijgen? Het zou voor mij wringen om MS op een ‘realistische’ manier te spelen. Al snel voelde ik ook dat woorden tekortschoten en dat ik een fysieke abstrahering zocht. Met mijn bewegingscoach Bérengère Bodin heb ik via improvisaties gezocht naar die theatrale vertaling van de ziekte. 
Theater is vluchtig. Het is op het moment zelf dat het moet gebeuren. Als je vooraf helemaal zou uitdenken hoe je gaat spelen, dan krijgt je spel geen adem. Natuurlijk heb je een parcours nodig, maar het is toch de kunst om je spel fris te houden en je open te stellen om op het moment zelf iets te laten ontstaan. Jacqueline was zelf ook het soort persoon met wie je wel repetities kon hebben, maar op concerten speelde ze toch zoals ze de muziek op het moment aanvoelde.  
Mijn voorstelling Jackie is een mengelmoes geworden: stukjes Jackie, stukjes van mij, van mijn omaatje, van het leven in het algemeen. Onnozele grappen en dan ook de moeilijke kant durven laten zien. Ik kijk er ontzettend naar uit om samen met het publiek in Nederland in het moment te ‘zijn’ en de avond te maken.

Ik wil haar niet zijn, maar ook niet 'niet zijn'