Rita Hoofwijk - A Way of Seeing - 2

Rita Hoofwijk - A Way of Seeing - 2

Deel 2 van 6

We zijn ons nog aan het aanpassen. Aan regels die niet overal dezelfde zijn. Aan de afstand. Misschien aan de rust. Of aan de chaos. Aan andere gewoonten. Aan dezelfde omgeving.

Mijn gedachten brachten me naar Melbourne, waar ik in 2018 even verbleef in de Royal Botanic Gardens Victoria. Tijdens dit bezoek maakte ik een wandeling door de tuinen met Catherine, een van de medewerkers. Af en toe hield ze in om me over de eigenschappen van verschillende bomen en planten te vertellen, en zo ook bij de ‘Stringybark’. Ze vertelde me over de manieren waarop deze bomen zich aanpassen aan hun omgeving. Het was wonderbaarlijke kennis.

De stringybark is één van vele soorten Eucalpytus en heeft een zeer dikke schors die de stam beschermt in tijden van brand. Dit was niet het meest onwaarschijnlijke. Ze vertelde me over soorten die niet alleen voorbereid zijn op, maar ook gebruik weten te maken van de hitte. Deze bomen bewaren hun zaden in een soort capsules, die zonder de warmte van een vuur niet eens open kunnen gaan. De hitte van het vuur is nodig om de met hars bezegelde capsules te doen smelten. En wanneer de zaden dan na een brand op de grond vallen, landen ze op een bodem die rijk is aan voedingsstoffen.
Bij weer andere soorten komt er, zodra er brand uitbreekt, een honingachtige substantie vrij die vervolgens in de scheuren van de bast stroomt, zodat het vuur de meest kwetsbare delen niet kan bereiken. Dit beeld van barsten en stroperige vloeistof doet me denken aan Kintsugi, een Japanse techniek waarbij gebroken servies met gouden lak wordt hersteld. Mijn vriend repareerde zo een paar dagen geleden het onze. Er had zich een kleine stapel aan gebroken servies gevormd de afgelopen maanden - jaren? -  maar voordat het virus ons bereikte, leek de tijd en noodzaak er niet het te helen. We aten van een bord met een stuk eruit en de theepot had al een tijd geen deksel meer. Het theewater was hoe dan ook vaak al koud voor we het doorhadden.
Nu draagt ons servies een dunne gouden lijn, als een herinnering aan de breuk. Ook de boom houdt een litteken over, zo zou je kunnen zeggen, maar blijft in leven. Deze immer evoluerende adaptaties, die genetisch efficiënt kunnen worden doorgegeven bij bomen, zorgen ervoor dat veel soorten in staat zijn mee te veranderen met de omgeving, die ze niet kunnen ontvluchten. 

Ik stel mij de op het eerste oog onzichtbare capsules voor die wij mensen bij ons dragen, zonder dat we het wisten. Capsules die door de nabijheid van dit virus - dat zich verspreid met de snelheid van een brandend vuur - weldra zullen openbarsten. Laat ons hopen dat de grond vruchtbaar is voor deze nieuwe zaden. En laat ons lijm produceren, die de scheuren in ons harnas, en in dat van de ander, dicht. Enkel een gouden randje achterlatend.

Met dank aan Catherine Ashton en (iedereen van) de Royal Botanic Gardens Victoria. 

📷 Dagelijks een beeld vanuit de ramen bij Rita thuis

Bekijk ook deel 1/6