Dag Dramaturgie - Jolie Vreeburg
Keer terug naar overzicht

Dag Dramaturgie - Jolie Vreeburg

De veranderlijke positie van het publiek

We merken als Festival Cement al jaren een verschuiving bij makers naar een ervaringsgerichte of activerende relatie met hun publiek. Het publiek is dan geen passieve toeschouwer meer, maar evengoed een participant, co-creator, getuige, hooligan, voyeur of medespeler. Vaak wordt daarbij de Black Box verlaten, of worden de spelregels van de ruimte herschreven. Wat betekent het verlaten van deze gecodeerde ruimte? Op welke manier moet het publiek begeleidt en aangesproken worden? Welke dramaturgische strategieën worden er ingezet om de toeschouwer te activeren? En op welke artistieke nood is deze ontwikkeling een antwoord? 

We vroegen voor de Dag Dramaturgie aan een dramaturg, een maker en een programmeur ieder 10 statements over het hoe en het waarom van de veranderende rol van het publiek. Ze gaan in op nieuwe publieksbenaderingen en onderzoeken welke mogelijkheden en beperkingen ze bieden.

Vandaag geven we het woord aan Jolie Vreeburg, programmator bij Theater Kikker in Utrecht.

Bewegen met dat publiek!
Steeds vaker kiezen theatermakers ervoor om radicaal andere vormen te kiezen voor hun performance. Niet alleen kiezen makers vrij tussen performance, tekst, film, beeldende kunst en digitale middelen. Ook de oeroude conventie van publiek op tribune en performers op de vloer wordt de laatste tijd steeds vaker overboord gegooid. Liever wordt er gekeken naar de beste manier om je punt duidelijk te maken. Of dat nou een politiek statement is of een inzicht in intimiteit. Aan de andere kant heb je echter de ‘black box-theaters’ en de lijsttheaters, die hebben een zwarte doos en een semi-vaste publieksopstelling en zijn ingericht op ‘gewone’ voorstellingen die elke dag gebouwd en afgebroken worden. Voorstellingen waar keurig een kaartje voor gekocht wordt dat vervolgens gescand wordt aan de deur, waarna de bezoekers keurig gaan zitten op de tribune. En tsja dat wringt weleens. Hieronder 10 redenen om vooral geen beyond the blackbox-werk te laten zien of toch wel….


Bloos van Marte Boneschansker op het Over Het IJ festival

10 REDENEN VOOR EEN PROGRAMMEUR OM GEEN/WEL BEYOND THE BLACKBOX-WERK TE LATEN ZIEN

1.    Het is moeilijk uit te leggen aan publiek wat de ervaring is en wat ze kunnen verwachten. Publiek houdt van herkenning. 

PUBLIEK VIND HET LEUK VERRAST TE WORDEN EN ZIJN AVONTUURLIJKER DAN JE DENKT

2.    Het kost meer tijd om te scouten omdat je als programmeur meer onderzoek moet doen, het werk is lastig in kaart te brengen bv door kruisbestuiving binnen de genres en makers vanuit andere opleidingen of circuits. 

HET IS BELANGRIJK OM ALS THEATER ALLE VORMEN EN MATEN VAN THEATER TE TONEN, ZO OOK HYBRIDE THEATERVORMEN.

3.    Beyond the blackbox-werk is anders geproduceerd werk en daardoor ook nog eens duurder om te boeken. Het duurt bijvoorbeeld langer om te ontwikkelen en het moet met live publiek try-outen.

HYBRIDE WERK IS AANTREKKELIJK! WANT LEUK EN ANDERS. HOEWEL MAKERS VAN DIT HYBRIDE WERK EEN MANIER ZOUDEN MOETEN VERZINNEN WAAROP ZE NIET DUURDER ZIJN DAN GEWOON WERK OM TE BOEKEN VOOR THEATERS. 

4.    Je hebt als theater er niet altijd de fysieke ruimte voor beschikbaar, er is vaak daglicht of een andere ingang nodig, een andere routing door het gebouw, of zelfs een hele andere locatie. 

HET PUBLIEK VIND HET HARTSTIKKE LEUK OM VIA DE NOODUITGANG BINNEN TE KOMEN OF IN DE KELDER OF DE KROEG OM DE HOEK EEN VOORSTELLING TE ZIEN.

5.    Er kunnen vaak maar weinig mensen tegelijkertijd in, dat betekent lagere publiekcijfers.

ALS JE GENOEG COMPENSERENDE PROGRAMMERING HEBT DIE HEEL GOED LOOPT, DAN KAN JE ALS THEATER ER VOOR KIEZEN WEL EENS IETS APARTS TE DOEN.

6.    Er kunnen vaak maar weinig mensen tegelijkertijd in, dat betekent relatief hoge kosten. Er kunnen maar een beperkt aantal tickets worden verkocht of er moeten andersoortige tickets worden verkocht en het theater kan vaak dus weinig ‘terug verdienen’.

TSJA, DAT BLIJFT EEN PUNT. MAAR ER STAAT OOK WAT TEGENOVER. WEIGEN MENSEN IN EEN VOORSTELLING BETEKENT EEN PERSOONLIJK AANPAK, WAAR HET MEDIUM THEATER ZIJN KERN VINDT: PERSOONLIJK, FYSIEK, IN DEZELFDE RUIMTE, VOELBAAR.

7.    Er kunnen vaak maar weinig mensen tegelijkertijd in, dat betekent lange speeluren en meer inzet personeel, speciale publieksbegeleiders etc.

GUN JE PERSONEEL OOK WAT. LANGERE SPEELUREN EN MARATHONVOORSTELLINGEN GEVEN EEN BIJZONDERE SFEER IN JE THEATER ONDER HET PERSONEEL, DAT IS OOK WAT WAARD. JE STOPT ER VEEL IN, MAAR HAALT ER OOK IETS UIT. (PLEZIER! PASSIE! VERBINDING!)

8.    het is anders dan anders, dus kost het meer tijd en geld om te regelen in de voorbereiding. Er moet meer afgestemd worden, meer gecommuniceerd. 

HET HELE THEATER MOET OP ZIJN KOP WORDT WELEENS GEZEGD. MAAR SOMS IS HET GOED OM BESTAANDE SYSTEMEN TE BEVRAGEN EN DINGEN EENS ANDERS TE DOEN. PRACTICE WHAT YOU PREACH!
 
9.    Je moet er soms andere partners in de stad voor aanspreken: bv musea, cafés, winkels, bedrijven; die zitten hier vaak niet op te wachten of je weet de weg niet. 

ALS JE NAAR BUITEN MOET, KOM JE OOK EENS UIT JE BUBBEL. WIE WEET WAT DAT OPLEVERT, IN NIEUWE CONTACTEN, PUBLIEKEN OF NIEUWE GELDSTROMEN.

10.    We zijn al overwerkt, hebben al zoveel gewone dingen te doen die binnen de ‘normale’ regels vallen. En dat is al moeilijk genoeg. 

JE MOET TOCH ALTIJD IETS TE ZEUREN HEBBEN ALS PROGRAMMEUR.