Werfplaats #7

Werfplaats #7

Van 23 t/m 27 mei gingen vijf makers aan de slag bij onze Werfplaats #7. Janneke Jansen, Lucas deVroe, Farbod Fathinejadfard, Wessel Verrijt en Kinga Jaczewska kenden elkaar nog niet, maar namen deel aan deze experimenteerruimte, waarin we jaarlijkse een losse coalitie van makers uit verschillende disciplines samenbrengen.
Ze werkten samen aan een werkstuk of interventie, waarbij elke dag één van de makers centraal stond. Deelnemer Janneke Jansen schreef het volgende stuk over haar deelname.

DE WERFPLAATS

Yes! We beginnen de week met dans, zoals elke week zou moeten beginnen, voel ik nu. Heerlijk om uit het hoofd in het lijf te komen met een nieuwe groep. Ik voel me gek snel veilig. Lucas zorgt er in zijn open onderzoek naar Mannelijkheden voor dat alle druk die om deze week heen hing van me af glijdt. Ik ben niet meer zenuwachtig voor morgen, ‘mijn dag’, want alles mag hier blijkbaar. Als presteren niet hoeft, ontdek je weer nieuwe dingen. Nieuwe mensen, die je dan heel snel leert kennen. Waar het me spannend leek deze week geen moment voor mezelf te hebben, ben ik nu blij dat we met zijn allen naar het bungalowpark rijden ’s avonds om 21.30. De dag die voor ons tussen 6.30 en 8.15 in het openbaar vervoer begon, wordt na middernacht afgesloten met een glas wijn. 
Moe maar voldaan beginnen we de tweede dag. Wessel sluit aan. Hij was gisteren uitgeput, maar is er nu toch. De lange dagen voor ons voelen als bergen die we gezamenlijk kunnen beklimmen: alleen was dat moeilijker geweest. Na de eerste koffie op dinsdag voel ik wat ik zo gemist heb: collectief werken. Ik houd ervan samen de vloer op te gaan met opdrachten waarvan ik weet dat ze ons in een richting sturen, maar nog niet wat ieders interpretatie van die richting is. Ik geniet van elke tekst die ze schrijven, elke futiele of niet futiele klacht die we durven te uiten en ben niet verbaasd dat we voor mijn stuk Klaagzang ook het gesprek hebben over waarom we in ons gepriviligeerde leven niet durven te klagen. Dat iedereen toch probeert tot de pijn achter het (niet) klagen te komen en dat we samen lachen om ‘Ik heb een heel zwaar leven’, geeft me vleugels. Al mijn teksten die te simpel klinken, zoals de vorige zin, durf ik toch bij ze uit te spreken. Dansers en beeldend kunstenaars denken zo anders na, I want to pick their brains. ’s Avonds hebben we een heel lied gemaakt, met in het Pools het woord ‘ondankbaar’ door een deinende sitarmelodie met de tekst die Farbod schreef en eerst niet durfte voor te dragen. Het is een klaagzang geworden die meer weemoed dan klacht in zich draagt. In het niet willen, de klacht, schuilt ook altijd het wel willen, de weemoed. In een decor dat Lucas en Farbod samen maakten, zingen we het voor Leonie en Pim. Ik schrijf in mijn dagboek op dat ik hier heel gelukkig ben. ’s Avonds hebben we het weer over theater, open relaties, onze generatie en lachen we om sketches op YouTube. 
De derde dag durven we elkaar langer in de ogen te kijken. Kinga’s ogen zenden een diepe rust naar mij, we hebben contact zonder poespas deze week. We zien iets in elkaar dat we misschien niet verwachtten: ik geef Farbod zijn vertrouwen in zijn schrijven, Kinga geeft mij het idee dat ik kan ‘dansen’ en dat mijn lichaam iets te vertellen heeft over haar onderzoek naar brutaliteit en het brutalisme. Het verrast me. Ik dacht dat ik dienstbaar zou zijn op ‘hun’ dagen maar ik voel me ook op deze dagen een mede-maker van hun stuk. Er is weinig hiërarchie. Zo heb ik het graag. In de avonden komen Leonie, Pim en soms Janneke kijken. Dat voelt veilig. Ze kijken rustig, nieuwsgierig, zonder oordeel en daardoor zijn de nagesprekken inspirerend. Elk onderzoek, elke dag is vruchtbaar.
Op donderdag schijnt de zon als we opgetogen, maar moe beginnen aan de vierde dag. Farbod is blij als een kind met alle materialen die voor hem zijn klaargelegd om een decor mee te bouwen. Als regisseur en theatermaker houdt hij zich onder andere bezig met revolutie en hij brengt een hoopvol beeld in om ons door te laten inspireren. We spelen als kinderen met plastic en tijdens de lunch krijgen we onze eerste pittige discussie. Waarover? Ik ga het niet nog eens herhalen. We maken het goed en spelen met het hoofd erbij verder na de break. Typisch op zijn dag, zegt hij, gaan we ook naar het café. Intuïtief belanden we van een stiltewandeling op een festival voor Oekraïne, waar hij bier bestelt en zijn stiltewandel-idee loslaat. Door de flow meebewogen kunnen we na een Bossche bol en wat drankjes weer verder in de fijne studio die al vorm begint te krijgen met ons decor in mooi licht, die dezelfde weemoed naar warmere tijden lijkt uit te stralen als op dag twee. Toch wordt het tijdens het presenteren apocalyptisch. Kinga maakt van haar lichaam decor en Lucas wordt gemist terwijl hij danst in Amsterdam. We hebben het over wat één op één, rood op rood is en of dat erg is. We gaan voor het eerst vroeg naar bed. 
De laatste dag begint vroeg, want deze avond eten (het eten! Elke avond om je vingers bij af te likken) we vroeg zodat de drie Vlamingen hun trein terug kunnen halen. Wessel is in een goede bui, lijkt uitgerust zelfs. Helder vertelt hij over zijn sculpturen waarbij hij het lichaam een onderdeel laat zijn en de hoofden van de performers meestal verstopt. We gaan weer de straat op, zonnig Den Bosch in. Dit keer los van elkaar om materiaal te verzamelen. Natuurlijk komt Wessel terug met een grote variëteit aan spullen: hij weet waar hij moet zoeken. Maar ook Kinga had het geniale idee een zak haar aan kappers te vragen, waar ze een dreigend beeld mee weet te maken. Lucas is weer terug en de gezelligheid blijft tot het eind. We maken sculpturen, waarbij mijn liefde voor regen op het toneel de grenzen van wat mag in de studio opzoekt. Ik vind het leerzaam eens te schrijven vanuit een materiaal dat je die dag vindt. Het niet interpreteren wat ik in de sculpturen zie, blijkt lastig. We hebben het over interpretatie en dat het in dans ook fijn zou zijn als niet iedereen continu zou willen labelen wat ze op het podium denken te zien. Ik probeer mijn ratio wat meer los te laten. Wessel filmt ons in interactie met de sculpturen die we maakten, die zo gaan leven. Hij maakt er een film van die we die avond laten zien. 
Een laatste keer samen eten: onszelf en elkaar belovend dat we elkaar snel weer zien en de laatste tips ‘je moet dit lezen, dit zien’ uitwisselend. Dan zwaaien we elkaar één voor één uit. Als laatste vertrek ik naar Amsterdam.
Ik heb het fantastisch, speels, ontroerend, moe, experimenteel én lekker veilig gehad bij jullie, lieve mensen van Festival Cement. Dankjewel voor deze mogelijkheid te onderzoeken in plaats van te presteren.

Tot snel weer in collectieve vorm, hoop ik.
Alle liefs, ook naar mijn team deze week,
Janneke Jansen

//

Hierbij een fragment dat tot stand kwam op dag 2. Farbod schreef een monoloog. Een enorme blokkade om ‘m voor te dragen maakte zich van hem meester. We lieten het zo en gaven elkaar speelse opdrachten. Uiteindelijk pakte hij zijn tekst terug en kwam er een prachtig, warm sferisch beeld uit. Ik schreef mijn polderperspectief erdoorheen:

FARBOD
Lang geleden

JANNEKE 
Lang geleden

FARBOD
Via de zwarte gaten
Zwevend over de planeet
Over zee

JANNEKE
Weilanden

FARBOD
Voorbij woestijnen

JANNEKE
Zwembaden

FARBOD
Naast de bossen
Tussen de bergen
In de wind

Onder de maan 

JANNEKE snel aanhakend
Onder de maan

FARBOD EN JANNEKE
-en de sterren

FARBOD
Onder de stormen

JANNEKE
In de lente

FARBOD & JANNEKE
In de hitte van de zon

FARBOD
Onder de vijgen, amandel- en –

JANNEKE
Pistachenoten

FARBOD verbetert haar
Pistachebomen

Samen met granaatappels, watermeloenen en abrikozen
In het rijk der Dewesjen die dansen met de dwazen

JANNEKE
De verhalenvertellers-

Door elkaar
FARBOD: Van 1001 nachten
JANNEKE: Van hele korte nachten

FARBOD EN JANNEKE
Daar kom ik vandaan

FARBOD
Nu, jaren later

JANNEKE
- al die bekrompenheid later

FARBOD
Is het donker daar

JANNEKE
- wie respect wist af te dwingen

FARBOD
Alles is overdekt door een zwarte schaduw

JANNEKE
- het respect van de hele wereld wist af te dwingen

FARBOD
Ooit kwamen mensen van ver om een glimp op te vangen van al die kennis
die tot de verbeelding sprak
De verhalen gingen zo lang
Van mond
Tot mond
Tot mond
Tot mij

Tegelijk
FARBOD: Nu ben ik de boodschapper
JANNEKE: Nu ben ik de luisteraar

FARBOD
Ik zal er met zorg en liefde

JANNEKE
- en pijn

FARBOD
- over waken.